Geloof etymologische betekenis
Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) is hét professionele etymologische naslagwerk voor de Nederlandse taal. In dit woordenboek vind je meer dan begrippen met daarbij de woordherkomst. Nu eenvoudig en direct toegankelijk. 1) overtuiging dat iets waar is of bestaat ergens geen geloof aan hechten (iets niet geloven) op goed geloof (in het vertrouwen dat het waar is) 2) overtuiging dat er een opperwezen bestaat Voorbeelden: 'het katho. Geloof etymologische betekenis Vaak wordt de term 'geloof' gebruikt. In monotheïstische religies wordt ook het specifiekere begrip 'godsdienst' gebruikt; men gelooft niet alleen in de godheid maar dient hem/haar ook. Bij polytheïstische religies spreekt men over een 'godendom'.
Oorsprong woord geloof Het Nederlandse woord geloof is vaak een vertaling van het Griekse zelfstandig naamwoord πίστις, pistis, met de fundamentele betekenis van "trouw, vertrouwen". Het bijbehorende werkwoord is πιστεύω, pisteuo, "ik ben trouw, ik vertrouw". Oorspronkelijk bedoeld was: "Ik vertrouw op , ik bind mijn bestaan , ik ben trouw aan ".
Oorsprong woord geloof
Aanhangers zien hun religie vaak als oorsprong van verschillende maatschappelijke verworvenheden. Zo is volgens hen religie essentieel voor het ontstaan en behoud van een gemeenschappelijk ethisch kader. Zij stellen, dat de invloed van de religieuze traditie op het ethisch gedrag van individuen substantieel is. [6]. Het idee dat het woord religio is afgeleid van het werkwoord religare ‘binden’ wordt voor het eerst genoemd door Lactantius (ca. na Chr.). Hij was een christelijke schrijver met een duidelijke politieke agenda.Etymologie geloof
De foutieve etymologie van Lactantius als zou 'religie' eigenlijk verwijzen naar een 'verbinding' tussen god(en) en mensen geniet in sommige religieuze kringen nog steeds een - begrijpelijke - populariteit. Hij was een christelijke schrijver met een duidelijke politieke agenda. Bovendien leefde hij eeuwen na het ontstaan van het Latijn. Het is alsof men van een hedendaagse theoloog een uitspraak zou verwachten over de etymologie van een moeilijk oud Nederlands woord.Etymologie geloof Etymologie en verwante termen. De verschillende woorden voor het begrip ’geloof’ en verwante termen in verschillende talen en hun etymologie zijn verhelderend voor het begrip geloof. Geloof – Oud-Engels ge-leafa (Engels be-lief) < Germaans *ga-laubon (Duits Glaube) < *ga-laub-: „bemind, gewaardeerd”.